Krukgewichten 2 NEDERLANDSE PONDEN KIL # deze pagina toont 4 gewichten.

234


Krukgewicht 2 NEDERLANDS POND, metriek, fijne weging

Voor meer en grotere foto's klik op het gewicht  ►  ►  ►  ►  ►

Aantal ijken: 34
Op de schouder van het gewicht staat aan één kant van de kruk:
2 NED. PONDEN 2000 W.
Op de schouder van het gewicht staat aan de andere kant van de kruk:
Het particuliere merk van arrondissementsijker Theodorus Antonius Nagel en de volgende jaarletters van goedkeuring:
D 1823, E 1824, F 1825, G 1826, H 1827, J 1828, K 1829, L 1830, N 1832, tevens is boven de jaarletters H en J een geslagen ten teken van afkeuring.
Op het lichaam van het gewicht staan afgeslagen de jaarletters M 1831, O 1833, P 1834, Q 1835, R 1836, S 1837, T 1838, U 1839, V 1840, W 1841, X 1842,
Y 1843, Z 1844, a 1845, b 1846, c 1847, d 1848, e 1849, f 1850, g 1851, h 1852,
I 1853, k 1854, l 1855, m 1856 waarover een is geslagen ten teken van afkeuring.

> Het particuliere merk van de arrondissementsijker is twee keer afgeslagen
   hetgeen aangeeft dat het gewicht geijkt is voor de fijne weging (goud en
   zilver).
> In de grondplaat van het gewicht zijn vier kleine vierkante justeringen
   door middel van lood aangebracht.
> Het gewicht is gelijk op geijkt met de 5 NEDERLANDS POND KIL zie gewicht met
   nr. 014.

Bijzonderheden
Het gewicht is gedurende die periode ieder jaar onafgebroken geijkt
Gezien het feit dat dit gewicht 34 opeenvolgende jaren onafgebroken is geijkt moet het ongetwijfeld voor fijne weging een belangrijk gewicht zijn geweest.

Arrondissementijker Nagel, Theodorus Antonius
werd eervol ontslagen toen op 31-12-1819 de functie van ijk- en justeermeester-generaal werd afgeschaft, per 01-01-1820 het metrieke stelsel werd ingevoerd en tegelijkertijd het Troois gewicht werd afgeschaft. Theodorus Antonius Nagel werd op 14-03-1820 benoemd tot arrondissementsijker te Amsterdam
Overleden 20 dec. 1831.

Extra info
Bij besluit van de Souvereine Vorst van 29-12-1814 werd Theodorus Antonius Nagel benoemd tot ijk- en justeermeester-generaal van het Troois gewicht over het Koninkrijk der Nederlanden.
Die benoeming vond ongetwijfeld plaats in het kader van het Provinciaal blad van Noord-Holland no. 15: “Dispositie van den 30 Januarij 1823 no. 25, omtrent het gebruik der nieuwe gewigten in den goud- en zilver-handel.”

In de genoemde dispositie staan onder meer de hieronder voor de handel in goud en zilver van toepassing zijnde artikelen:
In overweging genomen hebbende, dat het van belang is allen twijfel weg te nemen over het tijdstip waarop de nieuwe gewigten bepaaldelijk voor den handel van goud en zilver en van edele gesteenten bestemd moeten gehouden worden ingevoerd, en derhalve obligatoir te zijn: Gezien de missive van Z.E. den heere minister van binnenlandsche zaken en waterstaat, van den 11 dezer dit onderwerp betreffende: Gelet op de wet van den 8 Junij 1819 (staatsblad no. 57) en meer bijzonder op de art. 17, 18, 19, 20 en 21 derzelve, als welke meer bepaaldelijk hier in aanmerking komen: Gelet op Z.M. besluit van den 20 December 1821 (staatsblad no.24) en van den 18 December 1822 (staatsblad no. 52): Hebben besloten en besluiten:

‘Art. 1. Met den 15 februarij aanstaande zal de ijk van de nieuwe gewigten tot den handel in goud, zilver en edele gesteenten bestemd, worden opengesteld. Die ijk zal door de arrondissements-ijkers te Amsterdam, Haarlem, Alkmaar en Hoorn geschieden, op den voet en wijze in Z.M. aangehaalde besluit van den 20 December 1821 verordend.
2. Met den 1 april aanstaande te beginnen, zullen die nieuwe gewigten moeten worden gebruikt, door allen die in goud en zilver handel drijven, door de goud- en zilversmeden: bij de kantoren van waarborg: bij de essaijeurs: bij de juweliers en handelaars in edele gesteenten: op den voet en wijze in art. 17, 18 en 21 van Z.M. gemeld besluit van den 8 Junij 1819.
3. Van dien zelfden dag af, zal de uitdrukking, opgave of aankondiging van het alloij niet meer mogen geschieden voor het goud in karass en greinen, voor het zilver in penningen en greinen; maar in duizendste gedeelten, stellende het volkomen fijn op duizend.
4. Van hetzelfde tijdstip af, zullen alle uitdrukkingen, opgaven, of aankondigingen van den prijs van goud en zilver niet meer geschieden, per mark fijn, maar per nederlandsche pond of kilogramme.
5. Alle opgaven en aankondigingen van het gewicht van goud, zilver en edele gesteenten, zal voortaan moeten geschieden in de nieuwe gewigten.
6. Alle uitdrukkingen of aankondigingen van de hoeveelheid fijn in eene bepaalde massa begrepen, zullen voortaan geschieden per nederlandsche pond (kilogramme) zeggende: houdende zoo vele wigtjes (grammes) en duizendsten van wigtjes (milligrammes) fijn, per nederlandsch pond (kilogramme).
7. Van denzelfden dag af te rekenen, zal niemand de oude tot nu toe in gebruik geweest zijnde gewigten in zijnen handel mogen bezigen, noch ook dezelve in zijne winkels, opene magazijnen, verkoop- en werkplaatsen mogen hebben en ten toon stellen.
3o. De heeren arrondissement-ijkers te Amsterdam, Haarlem, Alkmaar en Hoorn aanteschrijven, om zich dadelijk met den in art. 1 der voors. publicatie bedoelden ijk bezig te houden, en zich ten dien aanzien te gedragen naar de bepalingen van ’s Konings besluit van 20 december 1821.

Noot
In de Dispositie van den 30 Januarij 1823 no. 25 wordt vermeld “de wet van den 8 Junij 1819 (staatsblad no. 57)” terwijl in art. 2 sprake is van “gemeld besluit van den 8 Junij 1819”
Het gaat daarbij vermoedelijk om het Besluit d.d. 08-06-1819 (staatsblad no. 37)

Hoewel het Troois gewicht per 01-01-1820 was afgeschaft is T.A. Nagel zich na zijn benoeming op 14-03-1820 klaarblijkelijk vanaf 01-04-1823 als arrondissementsijker te Amsterdam onder meer bezig gaan houden met het ijken van gewichten voor fijne weging.

Feitelijk was dit, na de invoering van het metrieke stelsel, een voortzetting van zijn functie als ijk- en justeermeester-generaal van het Troois gewicht.
Gezien Art. 2 van de dispositie van 30-01-1823 vermeldt “Met den 1 april aanstaande te beginnen, zullen die nieuwe gewigten moeten worden gebruikt” en omdat het gewicht van 2 Nederlandse ponden vanaf 1823 is geijkt moet dit gewicht wel één van de eerste gewichten voor fijne weging zijn geweest.

Bron extra info: www.goudenzilverweging.
 

6 afbeeldingen
283


Krukgewicht 2 NEDERLANDS POND, voormetriek, metriek gemaakt, gewone weging

Voor meer en grotere foto's klik op het gewicht  ►  ►  ►  ►  ►

Aantal ijken: 23
Op de schouder van het gewicht staat aan één kant van de kruk : II NED.POND. De punt staat in het gesloten gedeelte van de letter P van het woord POND. De letters P, N en D van het woord POND zijn fragmentarisch zichtbaar. 
De jaarletter p van 1859.
Op de schouder van het gewicht staat aan de andere kant van de kruk : Het particuliere merk van arrondissementsijker J.Borst, benoemd 28 april 1827 te Utrecht, overleden 14 mei 1862.
De jaarletters : K 1829,  L 1830,   M 1831, N 1832, q 1833,  P 1834, Q 1835, 
R 1836, S 1837,  T  1838, V 1840,  W 1841, X 1842,  Y 1843,  Z 1844
De jaarletter M van 1831 is “gestuiterd” afgeslagen. De jaarletter Z van 1844 is door de jaarletter O van 1833 afgeslagen.

De volgende jaarletters zijn slechts fragmentarisch zichtbaar : Q 1835, V 1840,
X 1842, Y 1843 Onder de jaarletter T van 1838 en de V van 1840 is een fragment van een onherkenbaar merk zichtbaar. Op de romp zijn de volgende jaarletters afgeslagen : a 1845, b 1846, c 1847, d 1848, f 1850, g 1851, h 1852,  L 1855 en zijn tien gegroefde ringen aangebracht.

In de grondplaat van het gewicht zijn de volgende justeringen aangebracht :
> Eén vierkante justering door middel van lood in het midden
> Twee ronde justeringen door middel van lood en messing aan weerskanten van de loden justering.

Arrondissementsijker Borst J.
Benoemd 28 april 1827 te Utrecht.
Overleden 14 mei 1862.

Bijzonderheden
> gewicht is afkomstig uit collectie K.M.C. Zevenboom († 18 maart 1968)
   geveild 15 februari 1981 te Harmelen.
> zie ook Nederlandse gewichten K.M.C. Zevenboom Dr. D.A. Wittop Koning
   ISBN 90 6087 995 pagina 157 waar staat;

Tot de collectie Zevenboom behoorden metrieke krukgewichten van 2 en 1 Ned. Pond en 5, 2, en 1 Ned. Ons. Op de twee grootste komt het merk voor van de Utrechtse arrondissements-ijker J. Borst en als oudste jaarletter de K van 1829. Het merk van de arrondissements-ijker op de drie kleinste gewichten is ons niet bekend* de oudste jaarletter op deze drie is de B van 1821'.

* het merk van "de drie kleinste gewichten" bleek na empirisch onderzoek van
R.J. Holtman toegewezen te kunnen worden aan de arrondissementsijker
P.G. Verweyden, benoemd 20 juli 1820 te Hoorn, overleden 11 september 1828.


> Bekijk de in het boek, 'Nederlandse gewichten stelsels, ijkwezen, vormen,
   makers en merken' omschreven gewichten één voor één op deze website

   2 NEDERLANDS POND KIL volgnr. 283,
   1 NEDERLANDS POND KIL volgnr. 379,
   5 NEDERLANDSE ONCEN   volgnr. 285,
   2 NEDERLANDSE ONCEN   volgnr. 286,
   1 NEDERLANDSE ONCE     volgnr. 287,
   zij vormen gezamenlijk de historische voormetriek metriek gemaakte
   krukgewichtenserie van:


                                             K.M.C. Zevenboom († 18 maart 1968)
 
                                                   
 
'Verwaarlozing van dit bezit, door onvoldoende bewaring en onvoldoende
beheer, zou daarentegen een schromelijke tekortkoming betekenen'.
K.M.C. Zevenboom, 1961
 
6 afbeeldingen
304


Krukgewicht 2 NEDERLANDS POND,  metriek, gewone weging

Voor meer en grotere foto's klik op het gewicht  ►  ►  ►  ►  ►

Aantal ijken: 01
Op de schouder van het gewicht staat aan één kant van de kruk:
2 NED PONDEN.
Op de schouder van het gewicht staat aan de andere kant van de kruk:
Het particuliere merk van arrondissementsijker Johannis George Arbon en de jaarletter van goedkeuring U van 1839.

Bijzonderheden
> Op het midden van het lichaam van het gewicht is een holle band aangebracht
> het krukgewicht is van het z.g.n. Rotterdams model.

  Arrondissementsijker Johannis George Arbon
Benoemd te Rotterdam 14 maart 1820.
Geboren 25 mei 1786, overleden 23 mei 1857
Arbon was een wiskundige van enige betekenis.
Behalve arrondissementsijker was hij o.a. examinator van de stuurlieden bij de marine, lector in de wiskunde aan het Erasmiaans Gymnasium te Rotterdam en lid van de commissie voor het berekenen van de zeemansalmanak. Hij was mede oprichter van fondsen voor weduwen en wezen en een maatschappij voor levensverzekering. Grote verdiensten in de vakken der wiskundige wetenschappen paarde hij grote kennis van de moderne talen, ook die van Noordelijke en Zuidelijke volken van Europa.
 
5 afbeeldingen
345


Krukgewicht, bankgewicht,  2 NEDERLANDS POND,  metriek, fijne weging

Voor meer en grotere foto's klik op het gewicht  ►  ►  ►  ►  ►

Aantal ijken: 01
Op de schouder van het gewicht staat aan één kant van de kruk : 2 N.P. 2000 W.
Op de schouder van het gewicht staat aan de andere kant van de kruk : Het particuliere merk van arrondissementsijker Theodorus Antonius Nagel en de jaarletter van goedkeuring C van 1822.

> Het particuliere merk van de arrondissementsijker is twee keer afgeslagen
   hetgeen aangeeft dat het gewicht geijkt is voor de fijne weging (goud en
   zilver).

Arrondissementijker Theodorus Antonius Nagel
werd eervol ontslagen toen op 31-12-1819 de functie van ijk- en justeermeester-generaal werd afgeschaft, per 01-01-1820 het metrieke stelsel werd ingevoerd en tegelijkertijd het Troois gewicht werd afgeschaft. Theodorus Antonius Nagel werd op 14-03-1820 benoemd tot arrondissementsijker te Amsterdam
Overleden 20 dec. 1831.

Bijzonderheden
Het gewicht is afkomstig H.R. Peters die het verkreeg uit de erfenis van zijn vader. Vader verkreeg het gewicht op zijn beurt van zijn werkgever Vlear en Kol, bank te Utrecht waar hij tijdens zijn werkzame leven werkzaam was. Verderop meer over de Bank Vlaer & Kol.

Extra info
Bij besluit van de Souvereine Vorst van 29-12-1814 werd Theodorus Antonius Nagel benoemd tot ijk- en justeermeester-generaal van het Troois gewicht over het Koninkrijk der Nederlanden.
Die benoeming vond ongetwijfeld plaats in het kader van het Provinciaal blad van Noord-Holland no. 15: “Dispositie van den 30 Januarij 1823 no. 25, omtrent het gebruik der nieuwe gewigten in den goud- en zilver-handel.”

In de genoemde dispositie staan onder meer de hieronder voor de handel in goud en zilver van toepassing zijnde artikelen:
In overweging genomen hebbende, dat het van belang is allen twijfel weg te nemen over het tijdstip waarop de nieuwe gewigten bepaaldelijk voor den handel van goud en zilver en van edele gesteenten bestemd moeten gehouden worden ingevoerd, en derhalve obligatoir te zijn: Gezien de missive van Z.E. den heere minister van binnenlandsche zaken en waterstaat, van den 11 dezer dit onderwerp betreffende: Gelet op de wet van den 8 Junij 1819 (staatsblad no. 57) en meer bijzonder op de art. 17, 18, 19, 20 en 21 derzelve, als welke meer bepaaldelijk hier in aanmerking komen: Gelet op Z.M. besluit van den 20 December 1821 (staatsblad no.24) en van den 18 December 1822 (staatsblad no. 52): Hebben besloten en besluiten:

‘Art. 1. Met den 15 februarij aanstaande zal de ijk van de nieuwe gewigten tot den handel in goud, zilver en edele gesteenten bestemd, worden opengesteld. Die ijk zal door de arrondissements-ijkers te Amsterdam, Haarlem, Alkmaar en Hoorn geschieden, op den voet en wijze in Z.M. aangehaalde besluit van den 20 December 1821 verordend.
2. Met den 1 april aanstaande te beginnen, zullen die nieuwe gewigten moeten worden gebruikt, door allen die in goud en zilver handel drijven, door de goud- en zilversmeden: bij de kantoren van waarborg: bij de essaijeurs: bij de juweliers en handelaars in edele gesteenten: op den voet en wijze in art. 17, 18 en 21 van Z.M. gemeld besluit van den 8 Junij 1819.
3. Van dien zelfden dag af, zal de uitdrukking, opgave of aankondiging van het alloij niet meer mogen geschieden voor het goud in karass en greinen, voor het zilver in penningen en greinen; maar in duizendste gedeelten, stellende het volkomen fijn op duizend.
4. Van hetzelfde tijdstip af, zullen alle uitdrukkingen, opgaven, of aankondigingen van den prijs van goud en zilver niet meer geschieden, per mark fijn, maar per nederlandsche pond of kilogramme.
5. Alle opgaven en aankondigingen van het gewicht van goud, zilver en edele gesteenten, zal voortaan moeten geschieden in de nieuwe gewigten.
6. Alle uitdrukkingen of aankondigingen van de hoeveelheid fijn in eene bepaalde massa begrepen, zullen voortaan geschieden per nederlandsche pond (kilogramme) zeggende: houdende zoo vele wigtjes (grammes) en duizendsten van wigtjes (milligrammes) fijn, per nederlandsch pond (kilogramme).
7. Van denzelfden dag af te rekenen, zal niemand de oude tot nu toe in gebruik geweest zijnde gewigten in zijnen handel mogen bezigen, noch ook dezelve in zijne winkels, opene magazijnen, verkoop- en werkplaatsen mogen hebben en ten toon stellen.
3o. De heeren arrondissement-ijkers te Amsterdam, Haarlem, Alkmaar en Hoorn aanteschrijven, om zich dadelijk met den in art. 1 der voors. publicatie bedoelden ijk bezig te houden, en zich ten dien aanzien te gedragen naar de bepalingen van ’s Konings besluit van 20 december 1821.

Noot
In de Dispositie van den 30 Januarij 1823 no. 25 wordt vermeld “de wet van den 8 Junij 1819 (staatsblad no. 57)” terwijl in art. 2 sprake is van “gemeld besluit van den 8 Junij 1819”
Het gaat daarbij vermoedelijk om het Besluit d.d. 08-06-1819 (staatsblad no. 37)

Hoewel het Troois gewicht per 01-01-1820 was afgeschaft is T.A. Nagel zich na zijn benoeming op 14-03-1820 klaarblijkelijk vanaf 01-04-1823 als arrondissementsijker te Amsterdam onder meer bezig gaan houden met het ijken van gewichten voor fijne weging.

Feitelijk was dit, na de invoering van het metrieke stelsel, een voortzetting van zijn functie als ijk- en justeermeester-generaal van het Troois gewicht.
Gezien Art. 2 van de dispositie van 30-01-1823 vermeldt “Met den 1 april aanstaande te beginnen, zullen die nieuwe gewigten moeten worden gebruikt” en omdat het gewicht van 2 Nederlandse ponden vanaf 1823 is geijkt moet dit gewicht wel één van de eerste gewichten voor fijne weging zijn geweest.

Bron extra info: www.goudenzilverweging.

Informatie over de bank
Bank Vlaer & Kol is een voormalige Nederlandse bank.

Bank Vlaer & Kol werd in 1691 opgericht als notariskantoor van Simon Vlaer te Utrecht. Het notariskantoor hield zich ook reeds bezig met kassierszaken. Simon Vlaers zoon, Everard Vlaer richtte in 1748 met Jan Kol (1726 - 1805) het kassiershuis "Vlaer en Kol" op. Zijn zoon Everard Kol (1753 - 1824) wordt in 1824 opgevolgd door zijn zoon Jan Kol II (1789 - 1848). In 1870 wordt de firma Kol & Boissevain (later Kol & Co) in Amsterdam opgericht.

Onder leiding van Everard Henri Kol (1816-1888) speelde Vlaer & Kol vanaf het midden van de negentiende eeuw een toonaangevende rol in het bankiersleven in Utrecht en het Sticht. Zo waren voorname families als Bentinck, Feith, Van Hardenbroek, van Lynden, Taets van Amerongen en van Tuyll van Serooskerken klant. Ook de belangen in Utrechtse firma's als de Levensverzekering-maatschappij Utrecht (later AMEV), de Steenkolen Handels-Vereeniging en de Nederlandse Spoorwegen waren groot. De bank legde zich vooral toe op vermogens- en zakelijk bankieren. In 1967 werd een samenwerkingsverband met Pierson, Heldring  &Pierson aangegaan. Toen deze bank werd overgenomen door de AMRO Bank
(6 juni 1977), verviel de naam Vlaer & Kol. Tot die tijd was de bank de oudste bank van Nederland. Vanaf dat moment nam F. van Lanschot Bankiers te Den Bosch (anno 1737) deze rol over.

                         

De familie Kol heeft vele generaties lang de bank geleid en behoorde tot de meest toonaangevende families van Utrecht. Zij waren geparenteerd aan andere Utrechtse families, zoals Schout Velthuys, Grothe, Fentener van Vlissingen en Van Beuningen. In opdracht van Jan Kol werd de Tuin van Kol aangelegd, later bekend als het Julianapark. De familie Kol was in mannelijke lijn in 1935 uitgestorven. Een van de laatste bekende firmanten was Willem Adriaan Rasch (1890-1979), zoon van mr. C.M. Rasch en Sara Geertruid Kol en kleinzoon van Everard Henri Kol.

Na de Eerste Wereldoorlog werden bijkantoren betrokken, zoals in Zeist, Bilthoven en Bunnik en ook in het winkelcentrum Hoog-Catharijne. Het hoofdkantoor van de firma was eerst gevestigd aan de Nieuwegracht te Utrecht, later naast het woonhuis van de familie Kol aan het Lepelenburg. Op 10 december 1900 betrok de bank de voormalige Winkel van Sinkel aan de Oudegracht. Toen de ABN AMRO Bank in 1995 uit dit gebouw vertrok vestigde zich in dit imposante gebouw een grand-café onder de naam Winkel van Sinkel.
Bron: Wikipedia

Vlaer en Kol privé
In het Witte Kerkje van Odijk liggen nog vloertegels met V K gemerkt.
De families Vlaer en Kol hadden hier grafkelders.

         
V & K Nieuwegracht te Utrecht           Geldkar Bank Vlaer & Kol
          

5 afbeeldingen