Goedkeuringsmerken van de ijk- en justeermeester-generaal in de Zuiderlijke en
Noordelijke Nederlanden


Goedkeuringsmerk van de ijk- en justeermeester-generaal in de Noordelijke Nederlanden.
Voor de Noordelijke Nederlanden werd in het muntplacaat van Leicester bepaald dat de ijkmeester de gewichten en balansen na justering moest ijken 'met syn teecken dat hij daertoe sal gebruycken ende daer beneffens oock met een ander teecken van een Leeuwken' Waarschijnlijk stempelde Van de Gheere de gewichten met een leeuw in het schildje. (zie afbeelding hieronder) en een letter L als zijn eigen merk. Deze merken komen voor op een pijlgewicht in het Rijsmuseum te Amsterdam en op de Zeeuwse dormant. Op het Amsterdamse gewicht is de Romeinse kapitaal L direkt onder de leeuw afgeslagen maar op de Zeeuwse dormant niet. Over het stempelen van de gewichten schrijft het muntplacaat van de Staten van Holland van 1603 voor 'ende deselve gejusteert zynde, ycken met haer teecken dat sy daertoe sullen ghebrruyken, end dear beneffens oock een ander teecken van 't Wapen van Hollant ofte West-Vrieslandt'. Bij latere ijkmeesters-generaal Gerrit Geens en beide Groengraften komt het eigen merk, die initialen, steeds naast of rond de leeuw voor, maar het is nog niet één stempel. Dit geschiedde voor het eerst onder Abraham Groengraft, en wel met een stempel waarmee de tekens verdiept werden afgedrukt. Dit werd later alleen nog toegepast door  l'Admiraal als ijkmeester-generaal van de gehele Unie. De latere 'leeuwstempels' geven een verhoogd beeld.

Goedkeuringsmerk van de ijk- en justeermeester-generaal in de Zuidelijke Nederlanden

Volgens de instructie die l'Admiraal ontving moest hij op de gewichten zijn eigen teken en een leeuw met zeven pijlen afslaan. Op de ijkmerken  van l'Admiraal, Le Cointe en de beide Nagels houdt de leeuw een zwaard en een pijlbundel in zijn klauwen. Die pijlbundel werd trouwens al eerder genoemd in het muntplacaat van de Staten van Holland van 1606. Daar wordt als ijkmerk voorgeschreven 'een ander teecken met een bos met pyltgens'. Op de trooise gewichten, die door de ijkmeester-genraal onderzocht werden, sloeg deze alleen de eerste keer zijn ijkmerk af, soms ook een Franse lelie. Bijzondere standaardgewichten, waaraan hoge eisen gesteld moesten worden werden elk jaar gecontroleerd en zo nodig gejusteerd. Als goedkeuringsmerk werd in zowel de Zuidelijke als in de Noordelijke Nederlanden gebruik gemaakt van een jaartal of wel van een jaarletter. 16e eeuwse jaartallen werden gewoonlijk slechts met de laatste twee cijfers aangegeven. Van de jaarletters uit de Zuidelijke Nederlanden is helaas nog steeds weinig bekend. Van de Noordelijke Nederlanden wel zie: IJk- en justeermeesters-generaal van Holland en West Friesland generaal.
 

Klik hier voor: IJk- en justeermeesters van de Verenigde Zeventien Provinciën